Vakmanschap

Ondanks dat ik zelf niet meer actief aan het bed sta, voel ik me nog altijd verpleegkundige. Het zit in je, het zit in je bloed, zoiets. Ik voel ook altijd trots op de zorg. Laatst moest mijn schoonmoeder geopereerd worden en ik ging mee naar de afspraken voor en na de opname. Het zou een grote operatie worden, niet zonder risico’s, en wat werd ze goed begeleid! Ik voelde me plaatsvervangend trots op de verpleging. Ze kreeg volledige aandacht, ze mocht alles vragen, en kreeg net zo lang tekst en uitleg tot ze alles begreep. Het was een pittige operatie, maar ze knapte heel snel op, en mocht na zes dagen het ziekenhuis verlaten.

Hoe anders waren de ervaringen van een goede vriendin van mij, wiens moeder na een val met een gebroken heup in het ziekenhuis terecht kwam.

Haar moeder is dement; een recept voor problemen en miscommunicatie. Ze kwam zeer verward uit de operatie, moest in de onrustband, ze kreeg Haldol, wat weinig effect had en de familie werd langzaam maar zeker wanhopig. De moeder van mijn vriendin was een uitdaging voor de verpleging. Ze begreep niets van de situatie, ze was angstig, onrustig, ze wilde uit bed klimmen, ze was boos.

En ondanks de goede intentie van de verpleging, gingen er dingen fout. Ogenschijnlijk kleine dingen, die voor de familie een opeenstapeling van missers werden. Bijvoorbeeld de keer dat ze te lang op een postoel heeft gezeten. De zuster had gezegd dat ze koffie ging drinken, maar kwam niet meer terug.

Mijn vriendin was afwisselend boos, verdrietig, maar vooral bezorgd om haar moeder. Gelukkig zag ze nog altijd de goede intenties van de verpleging en prees ze de dingen die wel goed gingen. Maar haar argwaan groeide, ze hield alles nauwlettend in de gaten. Er volgde een gesprek met de teamleider waarin ze gelukkig goed gehoord is.

Bij het horen van haar ervaringen en frustraties merkte ik dat ik me soms plaatsvervangend geneerde. En uiteraard kon ik me het gevoel van machteloosheid van de verpleging ook heel goed voorstellen.

In de jaren dat ik op de afdeling Traumatologie werkte, hadden we heel vaak demente ouderen die na een val geopereerd moesten worden. Wat was het soms moeilijk om hen goed te verzorgen, om geduldig te blijven en de mens achter dat masker van verwardheid, onbegrip en onwil te blijven zien. Dan heb je elkaar als collega’s hard nodig.

Mijn vader die vroeger timmerman was, had een mooie metafoor over vakmanschap. Hij zei: ‘Iedereen kan een gladde plank glad schaven. Dat is niet moeilijk. Een plank waar geen knoesten, scheuren en gaten in zitten heb je binnen no time mooi glad. Daar is je vakmanschap niet bij nodig. Anders wordt het als je een plank met knoesten, gaten en scheuren in handen krijgt en dat moet zien te schaven tot een mooi stuk hout’