7 tips om te dealen met dominant gedrag
‘Ik voel me soms net een klein kind dat in de hoek wordt gezet, wat een rotgevoel’ Anneke moet moeite doen om niet in tranen uit te barsten als ze vertelt over de arts waar ze mee werkt. Haar casus gaat over omgaan met dominant gedrag. ‘Maar ja’ besluit Anneke, ‘Hij is wel de arts en dus de baas’ Op mijn vraag of hij haar vader is, kijkt Anneke me niet begrijpend aan. Ik leg haar de theorie van de Transactionele Analyse uit.
Ouder- en kindrollen
Soms gebeurt het dat iemand zich door een arts of leidinggevende, ‘weggezet voelt als een klein kind’. Een vervelend gevoel dat invloed heeft op je energie en zelfvertrouwen en wat bovendien een goede werkrelatie in de weg zit. Wanneer er sprake is van zo’n gevoel van ongelijkheid spreekt men in de Transactionele Analyse van ouder- en kindrollen. Wanneer iemand zich dominant opstelt (ouderpositie) is het voor sommigen een natuurlijke reactie om zich ondergeschikt op te stellen (kindpositie) Maar je kunt alleen in deze positie gezet worden als je dat zelf toelaat!
Reflectie
Gelukkig is hier in bijna alle gevallen iets aan te doen. En dat begint bij jezelf. Ook al is het gedrag van de ander nog zo dominant en vervelend, de verandering begint bij jezelf, bij jouw eigen gedrag. Je maakt een goede start door inzicht te krijgen in je eigen overtuigingen. Zoals in het voorbeeld van Anneke. Zij ontdekt dat ze de overtuiging heeft dat de arts haar als een klein kind weg kan zetten omdat hij in de hiërarchie van de organisatie op een hogere positie staat. En Anneke is niet de enige die hiermee worstelt.
Bijna alle zorgprofessionals die problemen hebben met dominant of autoritair gedrag van artsen, hebben de misvatting dat zij ook in gesprek op een lagere positie staan en dat is niet zo.
Andere taakverdeling
Wanneer het gaat om het nemen van beslissingen, het dragen van de (eind)verantwoording of het uitvoeren van bepaalde taken, is er sprake van een hiërarchische rolverdeling. Een doktersassistente heeft andere bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden dan een specialist of verpleegkundige. Je vult elkaar aan en werkt samen aan optimale kwaliteit van zorg. Hierbij zal de arts als eindverantwoordelijke, beslissingen nemen en orders geven. Dit hoort bij de hiërarchie van de organisatie.
Altijd gelijkwaardig in gesprek
Wanneer twee volwassen mensen met elkaar van gedachten wisselen is er nooit sprake van hiërarchie op basis van rol of opleiding. Een gesprek is een gesprek, hierin ben je altijd gelijkwaardig aan elkaar. Veel zorgprofessionals die worstelen met dominant gedrag, zetten zichzelf onbewust tijdens het gesprek al in een ongelijke positie. Hierdoor geef je de ander de ruimte om zich autoritair op te stellen. Door zelf vanuit gelijkwaardigheid te communiceren, wordt de ruimte voor dominant gedrag kleiner, jij laat je immers niet meer in de kindpositie zetten. Het levert de ander niets op om in de ouderpositie te gaan staan.
7 tips
Haal jezelf nu al uit de kindpositie. Deze tips helpen je goed op weg.
- Observeer je eigen gedrag en overtuigingen. Zo ontdek je waar jij de ander de ruimte geeft voor het autoritaire gedrag en welke overtuiging hierin meespelen.
- Observeer het gedrag van collega’s die geen last hebben van diegene waar jij wel last van hebt. Wat doen zij anders dan jij?
- Verontschuldig je niet wanneer je bij een arts of leidinggevende de kamer binnen loopt. Als je stoort heb je daar een goede reden voor. Begin dus niet met ‘sorry’, maar zeg: ‘Ik stoor je even omdat…’
- Spreek doelgericht en formuleer helder en kort. Veel artsen willen feiten en niet een heel verhaal. Zorg dat je alle nodige informatie bij de hand hebt.
- Stel je niet vragend of afwachtend op, maar neem initiatief en wees niet bang om hierin af en toe teleurgesteld te worden.
- Stel vragen, zeker wanneer je dingen niet begrijpt. Zo zorg je dat je altijd over de juiste informatie beschikt en dit kunt uitleggen aan derden. (bijvoorbeeld aan de patiënten)
- Ga ervan uit dat jullie een gezamenlijk doel hebben: Goede zorg voor de patiënten.Anneke mailt me een paar weken na de training. Ze schrijft: wat een verschil. Nu ik me niet meer weg laat zetten merk ik dat ik een veel beter contact heb met de betreffende arts. Het duurde even, maar ik heb veel minder last van het autoritaire gedrag. En ik heb het gevoel dat ik voor vol wordt aangezien, wat maakt dat ik mijn werk leuker vind.