Onlangs werkte ik met een dierbare collega samen tijdens een training met regietheater. We spelen en werken al jaren samen en zijn dus ook goed op elkaar ingespeeld. Je zou denken dat we, omdat we elkaar ook goed kennen, geen verrassingen meer voor elkaar hebben. Maar dat is dus niet het geval. Mijn collega verraste me met een prachtige opmerking die ook zichtbaar effect had bij de deelnemers.
Het ging over ‘nee zeggen’ en hoe lastig dat is als je als zorgprofessional graag anderen helpt. Alle argumenten kwamen langs. Ik wil de ander niet teleurstellen. Iemand vraagt om hulp, dan moet ik die toch bieden. Etc.
Ook de argumenten om wel nee te zeggen kwamen voorbij. Ik kan er eigenlijk niets meer bij hebben. Ik werk al meer dan goed voor me is. Etc.
En toen stelde mijn collega de volgende vraag: “Als je ja zegt op het verzoek dat aan je wordt gedaan, waar zeg je dan nee tegen?” Het was even stil. De deelnemer dacht na en zei toen: ‘Als ik ja zeg op het verzoek, dan zeg ik nee tegen een stapel administratie die ligt te wachten, maar die nodig weg moet. Ik zeg nee tegen een vrije avond waar ik erg naar heb uitgekeken. Ik zeg nee tegen mijn gezin in het weekend omdat ik weet dat ik dan zal overwerken’
We kunnen geen twee dingen tegelijk doen. Echt niet. Hoezeer multitasken een kwaliteit lijkt te zijn die vooral vrouwen wordt toegedicht, het is niet waar. Niemand kan multitasken. Waar we wel heel goed in zijn is switchtasken. We kunnen heel snel schakelen van de ene naar de andere taak.
Als je ja zegt op een verzoek, dan zeg je nee tegen iets wat je in die tijd had kunnen doen. We zijn geneigd om taken als administratie, mailen, telefoontjes etc. op te schuiven zodat er ruimte is om aan een zorgvraag te voldoen. Maar dat betekent heel vaak dat je langer doorwerkt, of dat je thuis nog je mail beantwoordt of dat je zelfs op je vrije dag terugkomt voor een belangrijk overleg. Door te bedenken waar je nee tegen zegt, als je aan een vraag wilt voldoen, kun je een goede afweging maken. Heel vaak is er wel een alternatief te vinden. Je hoeft niet meteen klaar te staan als iemand je iets vraagt. Je hoeft niet meteen in de oplossing te schieten.
Neem gerust even bedenktijd en maak de afweging: ‘Als ik hier ja op zeg, waar zeg ik dan nee tegen?’